God en de Sint: 2 heren over ’t paard getild

Beste lezers, ik werd dit jaar alvast stevig beloond zulk een brave meid te zijn: het artikel van Maarten Boudry maakte me gelukkiger dan enig wit-bebaard-pakjes-uitdelend-man me maken kan. Want hoewel ‘fake’ het nieuwe ‘true’ is in de media, is het een zaligmakende gedachte dat het kritisch denkvermogen bij sommigen toch zegeviert. Zaligmakend is misschien een beetje de foute woordkeuze wat dit blogje betreft.

In Leuven en Gent zijn enkel nog roetpieten welkom; hopelijk volgen volgend jaar meer steden dit voorbeeld en durven besturen doen wat ze moeten doen: het voortouw en de juiste stappen nemen. Helaas krioelt het op het thuisfront van de foute pieten. Hei, misschien kunnen zij op hun beurt ook een groep starten: ‘Red de enige echte zwarte piet van de ondergang! Wij worden gediscrimineerd op basis van de foute pruik! We worden ‘fout’ genoemd en dat is kwetsend voor het psychologisch welzijn van de echte zwarte piet!’

Een hele traditie gestoeld op leugens begint te wankelen. Neen beste mensen, niet in een kramp schieten, ik heb het niet over het Christendom; nog niet… We beginnen bij de sint en zijn knechten. Ook de roetveegpietjes zijn hopelijk geen lang leven beschoren. Het wordt tijd dat er een eind komt aan dit absurde halfwassen spektakel.

Maar wacht eens even. Wat lees ik nu in de krant? Sinterklaas bestaat echt! Onze heer Dick Wursten, predikant en inspecteur-pedagogisch-adviseur voor het protestants-evangelisch godsdienstonderwijs in Vlaanderen legt het ons haarfijn uit.

‘Je ziet hem toch. Je ontmoet hem in de straten alwaar hij met zijn heerlijke zwarte knaapjes met krullenpruikjes op rondwaart op zoek naar brave kindertjes. Alle gekheid op een stokje, je kan niet vertellen dat hij niet bestaat als je hem met je eigen ogen kan zien.’

Maar mijnheer de christelijk-geïnspireerd man, als je die theorie volgt en je moet je ogen geloven, dan kan je toch moeilijk beweren dat de zwarte pietjes, the black faces met krullenpruikjes op, geen negertjes voorstellen, niet? Ach ja, dat is ook weer waar, we hebben recentelijk allemaal gelezen dat sommige gelovige predikantjes niet vies zijn van zwarte jongetjes. Of valt dit dan weer onder de noemer ‘sprookjes’ omdat we het niet met eigen ogen hebben gezien?

En als je moet geloven wat je ziet – tsja, ik kom Jezus of God nooit tegen tijdens mijn winkeltochten en uitstapjes – vertelt dat gegeven ons dan niet dat deze figuren uiteindelijk een hersenspinsel zijn? Je maakt een punt.

De absurde uitspraak dat kinderen van sprookjes houden dus ‘de Sint moet kunnen’ wil ik toch ook even nuanceren. Natuurlijk houden we allemaal van sprookjes.

Maar er blijft een verschil tussen sprookjes en realiteit.  Als ik mijn dochter een sprookje vertel over roodkapje en ze vraagt me met angstige oogjes: ‘Mama, gaat die wolf me echt opeten?’, stel ik haar gerust en zeg ik: ‘Neen meisje, het is maar een verhaaltje, het is niet echt.’

Misschien is het een optie om volgende keer, als ik met m’n dochter door het bos wandel, een wolf uit de struiken laat springen die ons met huid en haar wil verscheuren. Naast het feit dat afgerichte wolven moeilijker te vinden zijn op de arbeidsmarkt dan bedenkelijke nep-sinten, denk ik dat het geen goed idee is.

Oeps, ik realiseer me dat de wolf zijn herintrede doet in Europa. Het sprookje wordt wel degelijk realiteit…

Maar dan is het goed mijn dochter te leren een veilige afstand te houden van wilde dieren.

En de Efteling dan? Wel, jaarlijks zijn er It is used to relieve pain from various conditions such as headaches, tendonitis, muscle aches, menstrual cramps, and dental pain. pfizer viagra samples Now let’s see the best herbal treatment to cure impotence, two or three times daily. best prices cialis Even when the doctor prescribes synthetic drugs, he usually cuts down the dosage and then switches the patient on how much of a dosage is needed. ordering cialis online Underweight: Many women do viagra tadalafil not realize that being healthy doesn’t mean being underweight. massa’s krijsende kleintjes die doodsbenauwd zijn voor de reusachtige sprookjesfiguren. Ik heb nog geen enkele ouder horen vertellen: ‘Tsja kind, dat is de realiteit, met die draak zal je moeten leren leven.’

Tenzij het een verwijzing is naar de ongewenste schoonmoeder, dat komt jammer genoeg wel eens voor.

Ik ben stiekem wel een beetje opgelucht dat onze christelijke achterban zich niet bezighoudt met fatwa’s uitroepen, maar zijn pijlen richt op jonger grut.

Zoals Maarten scherpzinnig opmerkt, het vertrouwen van kinderen in volwassenen krijgt een flinke knauw. Lees mijn blog van vorig jaar:  http://www.sashadenhaene.com/dag-sinterklaasje-dag-schoorsteenvegertje-met-pruikje/.

Kinderen leren van hun ouders. Dat is goed. We leren hen dat verhalen en fantasie nodig zijn, maar het blijft wat het is, doen alsof en dat begrijpt een kind al heel snel.

Het is volstrekt onnodig de waarheid geweld aan te doen om een ander gelukkig te maken.

Je zou kunnen zeggen dat menig scheve-schaats-rijder zijn lesje goed heeft geleerd als kind. Hij weet het: de waarheid maakt niet altijd gelukkig; hij vertelt beter niet aan zijn vrouw dat hij nog nat achter de oren is van het onderonsje met de in-bubbelbad-gedipte minnares. Hij zwijgt over zijn spannende avonturen, breng regelmatig een flinke bos bloemen mee en alles is koek en ei, iedereen gelukkig!

Als de waarheid uiteindelijk toch aan het licht komt, is het vertrouwen geschonden. Maar alles is te vergeven, ook de ‘leugentjes om een ander gelukkig te maken’. Soms wordt de relatie verdergezet maar doorgaans is het vertrouwen zo ver te zoeken dat de barsten niet anders kunnen dan direct of mettertijd uiteen te spatten.

Het krampachtig laten geloven in fantasiebeelden die ten onrechte in de realiteit een leven gaan leiden, laat diepe hiaten achter in onze zielen. Zo leren we onze kinderen niet-kritisch te denken; ze leren van jong af dat heilige figuren realiteit zijn.

Kinderen bouwen de fundamenten van hun zijn op piepjonge leeftijd.

We blijven ons hele leven zoeken naar stukjes die ontbreken. Die barstjes trachten we ons hele leven lang te vinden en te lijmen. Zo blijven we hangen tussen wantrouwen en blind vertrouwen. Ga maar na.

Wanneer waren we het gelukkigst: tijdens onze jeugdjaren toen goed-heilig-mannen onze dromen vervulden en onze tranen wegvaagden.

Ons onvervuld verlangen dat er een mythisch wezen is dat al onze problemen oplost, onze verantwoordelijkheden wegneemt zolang we in hem geloven en vertrouwen, creëert mijns inziens net de perfecte bodem om geloof stevig in neer te poten.

En voor de feministen onder ons: het moet natuurlijk weer een man zijn.

Het is de voorzet naar geloof in god: de sint loopt over de daken en god zweeft verheven in de wolken. Twee mannen naar een hoger niveau en over het paard getild!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Back to Top